‘Hier plukken we straks onze peren’ (Seasons Magazine)

Het begon met een droom: een boomgaard aanleggen op hun boerdenerf, zoals in vroeger tijden gewoon was. En toen Seasons-columnisten Renske Jonkman en Loek Buter eenmaal aan de slag gingen, ontdekten ze dat ze niet alleen een idyllische plek voor hun gezin creëerden, maar dat ook de vogels en de bijen er blij mee zullen zijn. 

— TEKST RENSKE JONKMAN

Op sommige dagen zie ik ze al staan op de lege akker naast ons huis: peren- en appelbomen, de kers volop in bloesem en, triomfantelijk in het midden, een notenboom. Vage luchtspiegelingen waar ik bij wegdroom. Maar afgezien van de scheef- gezakte meidoorn, groeit er nauwelijks iets op dit stuk boerenland met zijn strakke bermoevers. De paar bonte Texelaar-schapen grazen de laatste graszoden kaal. Hoe creëer je een boomgaard vanuit het niets?
            Maar het idee vat wortel en de plannen groeien uit tot concrete stappen. Ik ontdek dat er subsidies bestaan, tegemoetkomingen om het boerenerf waar wij wonen in oude luister te herstellen. Waar de klassieke boomgaard een paar eeuwen geleden op elk erf nog een vanzelfsprekendheid was – gelegen op een stuk land naast de boerenwoning – verdween deze langzaam uit beeld. Die lommerrijke plek waar je in de herfst appels en peren plukte, verloor zijn noodzaak door de opkomst van de supermarkt, waar je het hele jaar door fruit van over de hele wereld kon kopen. Maar verliezen we daarmee niet een karakteristiek stuk landschap en oude, smaakvolle fruitrassen? Appels zoals de zachtzure notarisappel of de donkerrode Bigarreau Noir kers, met zijn sappige zoetzure smaak? Bestaat er iets mooiers dan het plukken van het fruit uit je eigen boom? 

Erfplan tekenen
Met hulp van een landschapsarchitect van onze provincie vragen we de subsidie aan en laten we een erfplan tekenen. Op het lege papier maakt ze een schets van onze toekomstige boomgaard en tekent enkel hoogstamfruit in. Het zijn immers deze hoge fruitbomen die langzaam uit ons landschapsbeeld verdwijnen, worden overgenomen door laag- en halfstamfruit met meer gemak bij het plukken en een grotere oogstopbrengst. Maar dat zorgt ook voor een minder grote verscheidenheid in rassen. “Elke boom moet je op tien meter afstand planten”, adviseert ze en tekent rond onze appel- en perenbomen een ruime cirkel. Majestueuze bomen dus die in de toekomst de halve oppervlakte van ‘ons landje’ beslaan. 
Rondom de hoogstamboomgaard komt een meidoorn- haag (Crataegus monogyna) die met zijn prikkende takken een natuurlijke erfafscheiding vormt. Naast de slootkant plaatsen we een rij roodstammige knotwilgen (Salix alba ‘Chermesina’). “Het draait allemaal om het terugbrengen van oude landschapselementen”, legt ze uit. Zodat ons erf – gelegen in een droogmakerij – weer zijn “oorspronkelijke en karakteristieke uitstraling krijgt.” 

‘Het heeft iets feestelijks om de bomen naar hun plek te dragen en te planten.’ 

Op zoek naar het paradijs
Op een winterse dag brengt onze vaste kweker – Nico Zonneveld – de fruitbomen. Een notarisappel, een elstar, twee kersenbomen (Prunus avium ‘Kordia’ en Prunus avium ‘Van’), twee pruimen (Prunus domestica ‘Opal’ en Prunus domestica ‘Victoria’) en één hazelnootboom. Qua perenbomen de ‘Doyenné du Comice’ en ‘Gieser Wildeman’, een stoofpeersoort. Met hun kale wortels liggen ze op elkaar gestapeld in de zon. Onze jongste dochter, nauwelijks een paar weken oud, knijpt vanuit de kinderwagen haar ogen dicht tegen het felle licht, niet wetende dat zij over een paar jaar hier misschien wel haar eerste kersen plukt…
We plaatsen stokken in het weiland, blauwe schrikdraad- paaltjes, die we als pionnen op een levensgroot schaakbord telkens een paar meter verplaatsen. Een stuk naar rechts en naar links. Op welke plek moet de notarisappel staan? Waar de pruim en de kersenboom? We blijven kibbelen en discussiëren over de structuur, want het geheel moet niet te netjes ogen, maar ook weer niet te rommelig. Al die tijd loop ik met onze baby op mijn arm, gestoken in het grijze sneeuwpak dat eerder haar twee grote zussen droegen, tot mijn man en ik het eens zijn met het eindresultaat. Het is de bedoeling dat hier straks het paradijs verschijnt.

De grond in
Zodra het geheel zijn definitieve plek heeft gevonden, komt het feestelijke gedeelte en tillen we de bomen naar hun plek. Grote kuilen worden uitgegraven en met een flinke hoeveelheid aarde laten we onze appel-, kersen- en perenbomen met hun kale wortels de grond in zakken. Het planten van alle bomen beslaat een week en onze oudste dochter, die voorjaarsvakantie heeft, helpt haar vader alle dagen mee. Samen halen ze emmers water uit de sloot, geven de bomen water, en ze houdt de houten steunpaal vast waar elke boom met een rubberen band aan wordt vastgemaakt. De meidoornheg planten we aan, evenals de knotwilgen, wat niet veel meer behelst dan de wilgentenen in de aarde steken die zo’n sterke groei hebben dat ze als vanzelf wortel schieten. Na die week zit het grote werk erop. Niet langer is de boomgaard een vage luchtspiegeling maar realiteit. 

Bomentikkertje
Als ik uit het raam kijk, zie ik onze fruitbomen triomfantelijk staan. Het zal nog een paar jaar duren voordat ze vrucht dragen. En zoals dat gaat met tuinieren leef ik niet alleen in het heden, maar maak ik alweer plannen voor de toekomst. Want moeten we niet een weidebloemenmengsel uitzaaien voor een goede bestuiving van de fruitbomen? Een hek plaatsen voor de paar schapen die straks de weide begrazen? Ondertussen spelen onze dochters in hun rode overalls bomentikkertje in de boomgaard. Zonder plannen en zonder na te denken over de toekomst, verschijnt voor hun het paradijs al gewoon in het heden. 

Zelf een boomgaard aanplanten?

Bij de keuze van fruitbomen kun je je het best laten adviseren door een kweker of een pomologische vereniging. Welke soorten bestuiven elkaar wel of niet? Welke boom is geschikt voor jouw grond? In de herfst is het mogelijk bij sommige kwekers te proeven van verschillende fruitrassen. De beste tijd voor het aanplanten is het vroege voorjaar; februari of maart. De sapstromen van de boom staan dan nog stil, zodat je kunt aanplanten met kale wortel. Kale wortelbomen zijn niet alleen goedkoper, maar ook nog eens veel beter hanteerbaar qua gewicht. 

1.

Voor de aanplant zet je paaltjes uit, zodat je een goed overzicht hebt waar de bomen komen te staan. Houd voor hoogstamfruitbomen een gemiddelde plantafstand van zo’n 8 tot 10 meter aan, variërend per boom. Het plantgat moet zo ruim zijn dat de wortels er wijd in kunnen worden uitgespreid. Gebruik voor het graven een steekschop. Zorg ervoor dat de aarde op de bodem van het gat is los gespit. 

2.

Plaats twee boompalen naast de boom en houd daarbij rekening met de windrichting. Houd minimaal 15 centimeter afstand tot de stam aan. Zorg dat de palen schuin van de boom af staan. Koop tweedehands boompalen bij een fruitkweker; dat is niet alleen veel duurzamer, maar ook nog eens goedkoper en karakteristieker. 

3. 

Zorg dat de wortels goed zijn uitgespreid. Fruitbomen zijn geënt vlak boven de wortels, en deze entplaats moet 5 tot 10 centimeter boven de grond komen. Gebruik zo veel mogelijk fijne grond en maak grote kluiten eerst kleiner met de schop. Schud de boom enige keren stevig op en neer zodat de grond de wortels goed bereikt. Voeg tussendoor een grondverbeteraar toe aan de aarde, zoals Vivimus. Stamp de aarde rond- om de boom op drie plaatsen aan. Breng de boomband aan tussen de paal en de boomstam. 

4.

Geef altijd ruim water na de aanplant, zeker twee emmers per boom. Geef de eerste lente/ zomer regelmatig water. Maak eventueel een opstaande rand van aarde rond de boomspiegel, zodat het water niet wegstroomt maar recht boven de wortels de aarde in zakt. Knip na de aanplant gebroken takken af en laat hem het eerste jaar ‘zetten’ (stevigheid krijgen in de aarde en vastgroeien). Mest de boom begin januari in met een dikke laag gedroogde stalmest. Vanaf het tweede jaar kun je gaan snoeien. 

Vraag subsidie aan
Hoogstamfruitbomen zijn niet alleen goed voor het landschap, ze dragen ook bij aan de biodiversiteit. Steenuilen, boomkruipers en de grote bonte specht zijn dol op oude hoogstammen. Ook is de ondergroei bijzonder geschikt voor een kruidenrijke bloemenweide. Vanwege deze voordelen bestaan er bij sommige provincies subsidieregelingen om de aanplant van een boomgaard te stimuleren. Informeer bij je provincie welke mogelijkheden er zijn.

Dit artikel is gepubliceerd in Seasons Magazine.