Red mij

Vlak voordat ik naar het Boekenbal vertrok, verwijderde ik de tuinaarde onder mijn nagels. In Amsterdam fietste ik over de Rozengracht, een straat die ik zoveel jaar geleden dagelijks passeerde, toen ik hier nog woonde, en het viel me op dat aan elke boom een wit A4’tje hing met de tekst: ‘Red mij’. Op de laatste iep aan de Rozengracht stond een oproep om een petitie te ondertekenen. Er was zelfs een bomenstichting in het leven geroepen, zag ik.
Ik dacht aan de drieënzestig populieren aan onze polderweg, die onlangs allemaal waren gekapt. Daar hing niet één briefje met ‘Red mij’. Geen petities. Geen stichtingen. Alleen een inloopavond in Café ’t Springend Paard voor een stuk of tien ongeruste buurtbewoners, dat was alles.
Veel tijd om daarbij stil te staan was er niet, want ik moest haasten voor de borrel bij mijn uitgever, gevolgd door het voorprogramma van het Boekenbal waarbij we als vee de zaal werden binnengedreven. Het thema van de Boekenweek was ‘Rebellen en Dwarsdenkers’ en dus werd de avond voor het gemak geopend door klimaatactivistengroep Extinction Rebellion: deze keer niet gearmd en vreedzaam liggend op straat, maar staand op het podium in rode gewaden en met lijkbleek geschminkte gezichten. Iemand sloeg op een trommel terwijl op het scherm teksten verschenen over de wereld en grassen én, daar waren ze weer, bomen.
De hoofdstedelijke elite klapte enthousiast voor deze rode rebellen. Hoho, dacht ik, waar waren de boeren en bouwers, die ándere groepen die het afgelopen jaar net zo goed rebelleerden en het nieuws domineerden, of je het nu met ze eens was of niet? Wat moest mijn boeren-schoonfamilie wel niet denken als ze me hier zagen zitten? In het hol van de leeuw. Ik heb niks tegen een gezonde dosis klimaatactivisme, maar er had toch op z’n minst één trekker op het podium moeten staan, al was het maar voor het tegenwicht.
De rest van de avond wuifde ik opmerkingen weg over ‘de mestlucht’ die om me heen zou hangen en ik sprak met welgeteld één schrijver van het platteland, Gerbrand Bakker, van oorsprong een West-Fries, die inmiddels al jaren tussen de heuvels van de Eifel woont en opmerkelijk gelukkig oogde. Tot een fotograaf me aan de kant duwde en een paar schrijvers naar voren schoof met de opmerking: “Deze mensen zijn belangrijk”. De Belangrijke Mensen poseerden gewillig, zoals onze haan ook trots zijn vleugels spreidt nu het voorjaar nadert. Van nature deinsde ik achteruit, een West-Friese karaktertrek, vrees ik. Jezelf niet groter maken dan de rest. Bovendien: hoge bomen vangen veel wind. En voordat je het weet wordt er een briefje op je bast geplakt: Red mij.

Renske Jonkman schrijft over haar leven op het platteland, tussen
boeren en natuurbeschermers.

Dit artikel is gepubliceerd in Trouw